Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [63]Zouden wij dan naar ulieden horen, dat gij al dit grote kwaad zoudt doen, overtredende tegen onzen God, doende vreemde vrouwen [64][bij u] wonen? 63. Dat is, zouden wij dan u zulks toelaten, daar gij veel meer de verleiding onderworpen zijt dan die grote, wijze en van God beminde koning Salomo? 64. Zie vs.23.